Wild zwijn

Het wilde zwijn komt voor in een groot deel van Europa, Azië en Noord-Amerika. Het wilde zwijn is een imponerend oerwezen, uiterst weerbaar, sterk, spijkerhard, snel en slim, dat zo nodig ogenblikkelijk tot de aanval overgaat. Echter in bijna alle gevallen zal het bij een confrontatie met de mens de aftocht blazen. Uitzonderingen zijn wel: een gewond varken of een zeug met biggen.

Een volwassen mannelijk dier noemen we een ever, beer of keiler. Het vrouwtje wordt een zeug genoemd. Jonge exemplaren kennen we ook onder de naam schram of big. Varkens in hun tweede levensjaar heten overlopers. De keilers wegen in de huid zo’n 50 tot 350 kg. Volwassen zeugen 40 tot 200 kg en de biggen 70 tot 80 kg.

• wildzwijn heeft een beduidende kortere lengte
• de krul in de staart ontbreekt
• het kan een hoge snelheid ontwikkelen tijdens het vluchten
• het lichaam is ter hoogte van de voorlopers veel krachtiger
• de kop is langer en spitser (wig vorm)
• de oren staan rechtop en de slagtanden zijn spits en langer
• de stekelige haren zijn op de schoft langer en donkerder
• het vlees is donkerder van kleur

Bij wilde zwijnen wordt ontraden de organen van de oudere dieren te consumeren. In deze organen kan ophoping van zware metalen plaatsvinden die schadelijk kunnen zijn voor het menselijk lichaam. Voor de consumptie zijn de jonge exemplaren en de overlopers het meest geschikt. De oudere dieren zijn minder mals en hebben vaak een hele sterke smaak.

"Het voedsel bestaat uit bijna alles wat het gebied biedt, met een voorliefde voor knolhoudende of wortelrijke planten. "

Verder eten zij o.a. wormen, engerlingen, eieren, jonge vogels, hagedissen, slangen, kikkers, muizen, jonge konijnen en reeën, kadavers, wilgenroosje, adelaarsvaren, beukennoten, grassen paddestoelen en vruchten.

Hoewel het vlees van een wildzwijn een hoger vetgehalte heeft dan dat van een hert of een ree, is het minder vet dan het vlees van zijn verre nazaat; het varken. De fijne wildsmaak van een wildzwijn is al helemaal niet vergelijkbaar met die van het varken. Het dier moet wel buiten de paartijd geschoten worden. Wilde zwijnen ontwikkelen in deze tijd namelijk een hele sterke geur, die in de keuken niet te verwijderen is.